Gegevens verzamelen, evalueren en maatregelen opnemen

Gegevens omtrent geneesmiddelenbewaking verzamelen en evalueren, en maatregelen nemen

Het BCGH ontvangt zowel individuele rapporten als een compilatie van gegevens omtrent bijwerkingen van geneesmiddelen. Dit gebeurt in samenwerking met de gezondheidszorgbeoefenaars, de vergunninghouders en de onderzoekscentra die klinische studies uitvoeren met geneesmiddelen.

- Gezondheidszorgbeoefenaars (artsen, apothekers en tandartsen) kunnen het BCGH via de “gele fiche” op de hoogte brengen van elk vermoeden van bijwerkingen van geneesmiddelen waarmee zij worden geconfronteerd in hun praktijk.

Het is echter in het bijzonder belangrijk te melden in volgende situaties:

  • Ernstige  bijwerkingen: bijwerkingen die hebben geleid tot hospitalisatie of verlenging ervan, levensgevaar, overlijden, blijvende of significante invaliditeit of arbeidsongeschiktheid of een aangeboren afwijking of misvorming.
  • Onverwachte  bijwerkingen: bijwerkingen waarvan de aard, de ernst en/of de evolutie niet overeenstemt met wat in de Samenvatting van de Productkenmerken (SKP) staat vermeld.
  • Verdachte  bijwerkingen: bijwerkingen die bekend zijn maar waarvan de frequentie, de ernst of de uitkomst abnormaal is.
  • Bijwerkingen die optreden in volgende bijzondere situaties:
    • Bij kwetsbare bevolkingsgroepen (vb. kinderen, zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven, ouderen, patiënten met lever- of nierfalen).
    • Na toediening van vaccins.
    • Bij het overschakelen van de ene specialiteit naar de andere tijdens de behandeling, ongeacht of het gaat om een overschakeling tussen “originele” geneesmiddelen, van een “generisch” naar een “origineel” geneesmiddel, van een “origineel” naar een “generisch” geneesmiddel of tussen “generische” geneesmiddelen.
    • Na “oneigenlijk” gebruik of “off-label use” van een geneesmiddel.

Het is eveneens belangrijk bijwerkingen te melden met de zogenaamde “Black triangle drugs”. Dit zijn de geneesmiddelen die een nieuw actief bestanddeel bevatten en de nieuwe biologische geneesmiddelen. Ze worden aangegeven via het symbool ▼ in het Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium. Het symbool ▼ wordt vermeld gedurende de eerste drie jaar volgend op het in de handel brengen van het geneesmiddel.

Het is belangrijk dat deze ▼ geneesmiddelen van nabij worden opgevolgd nadat ze in de handel zijn gebracht. Op het ogenblik dat een geneesmiddel wordt vergund, is de kennis van de bijwerkingen immers nog beperkt. De klinische studies, uitgevoerd met het oog op de vergunning voor het in de handel brengen van een geneesmiddel (VHB), hebben vooral als doel de doeltreffendheid van het geneesmiddel aan te tonen, en hebben beperkingen wat betreft het opsporen van bijwerkingen:

  • het aantal patiënten opgenomen in de studies is meestal te gering om zeldzame bijwerkingen te detecteren;
  • de duur van de studies is te kort om bijwerkingen die laattijdig verschijnen, te detecteren;
  • patiënten met een hoog risico van bijwerkingen (o.a. pediatrische of oudere patiënten, patiënten met belangrijke comorbiditeit of polymedicatie en patiënten met nier- of leverfalen) worden meestal niet opgenomen in studies.

Het BCGH vraagt dan ook vermoedens van bijwerkingen - ernstige en niet-ernstige - met deze ▼ geneesmiddelen systematisch te melden, zelfs bij twijfel over een oorzakelijk verband.

De lijst van de geneesmiddelen waarbij het symbool ▼ wordt getoond wordt maandelijks bijgewerkt.
 

De gezondheidszorgbeoefenaars worden aangemoedigd alle bijwerkingen te melden die zij beschouwen als medisch significant, zelfs indien deze niet voldoen aan bovengenoemde criteria.

Het oorzakelijk verband tussen het verdachte geneesmiddel en de bijwerking moet niet noodzakelijk zijn vastgesteld om te melden.

 

De elektronische   versie van de gele fiche voor het online melden van bijwerkingen is toegankelijk via www.gelefiche.be . Klik hier voor meer info.

De papieren  versie van de gele fiche kan worden geprint en per post gezonden naar het BCGH. De “papieren gele fiche” is eveneens beschikbaar in het Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium en drie keer per jaar via de Folia Pharmacotherapeutica.  Indien u een papieren meldingsfiche wenst te ontvangen, kan u dit op elk moment aanvragen via volgend e-mailadres: ADR@fagg.be


De papieren versie mag per post worden teruggestuurd naar het adres op de achterkant van de fiche (port betaald door de geadresseerde):

Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG)
Belgisch Centrum voor Geneesmiddelenbewaking voor geneesmiddelen voor Humaan gebruik (BCGH)
Eurostation II
Victor Hortaplein 40/40
B-1060 Brussel

 

- Patiënten, die een bijwerking ondervinden na inname van een geneesmiddel, worden aangeraden contact op te nemen met hun arts, apotheker of tandarts om de meldingsfiche in te vullen. 

- De houders van de vergunning voor het in de handel brengen (VHB) moeten elke ernstige bijwerking, waarvan zij op de hoogte worden gesteld, hetzij door gezondheidszorgbeoefenaars, hetzij door onderzoekers van klinische studies, hetzij via wetenschappelijke publicaties, melden aan het BCGH en dit binnen 15 dagen na ontvangst van de melding. In deze context wordt een ernstige bijwerking gedefinieerd als een bijwerking die heeft geleid tot

  • hospitalisatie of verlenging ervan;
  • levensgevaar;
  • overlijden;
  • blijvende of significante invaliditeit of arbeidsongeschiktheid;
  • een aangeboren afwijking of misvorming.

De vergunninghouders dienen ook op regelmatige basis “periodieke veiligheidsverslagen” op te stellen en over te maken aan het BCGH = PSUR's (Periodic Safety Update Reports) – zie Omzendbrief 476 + Richtlijnen + Template for the e-submission of PSURs/ARSs + e-submission guidelines.

Op regelmatige tijdstippen moeten ze een overzicht en een bespreking geven van alle reacties - al dan niet ernstig - die zich hebben voorgedaan in of buiten de Europese Unie. Na 5 jaar moeten ze bovendien een totaaloverzicht leveren in het kader van een dossier voor vernieuwing van de vergunning voor het in de handel brengen van een geneesmiddel (VHB).

 

- Sinds 2004, zijn de opdrachtgevers van klinische studies ook verplicht alle SUSAR’s (“Suspected Unexpected Serious Adverse Reactions” of verdachte onverwachte ernstige bijwerkingen) te melden die zich voordeden in hun klinische studie, zowel voor geneesmiddelen met een vergunning voor het in de handel brengen ervan, als diegene zonder. Deze eerste vallen onder de verantwoordelijkheid van het BCGH. Om de veiligheid van de onderzochte geneesmiddelen in het kader van klinische studies te kunnen evalueren, moet de opdrachtgever jaarlijks een veiligheidsverslag opmaken over de ernstige ongewenste voorvallen die zich in een klinische studie voordeden, en aan het BCGH voorleggen = ASR (Annual Safety Report) - zie Omzendbrief 476  + Richtlijnen+ Template for the e-submission of PSURs/ARSs + e-submission guidelines.

 

- Het BCGH kan, indien zij dit nodig acht, een “specifiek veiligheidsverslag” opvragen waarin de vergunninghouder verplicht wordt een specifiek veiligheidsprobleem betreffende een geneesmiddel te evalueren.

De gegevens evalueren

Het evalueren van de beschikbare geneesmiddelenbewakingsgegevens is tweeledig.

Het BCGH evalueert de individuele meldingen van bijwerkingen (spontane meldingen en SUSAR’s) maar evalueert ook de gezamenlijke rapporten:

  • de periodieke veiligheidsverslagen betreffende een geneesmiddel;
  • de jaarlijkse veiligheidsverslagen betreffende een klinische studie (in het geval van geneesmiddelen die reeds over een VHB beschikken);
  • de specifieke veiligheidsverslagen.

Hiervoor wordt het BCGH bijgestaan door een team van interne en externe experts.

De individuele rapporten worden op regelmatige tijdstippen door een specifieke werkgroep geëvalueerd. De evaluatierapporten betreffende periodieke veiligheidsverslagen en de dossiers voor de hernieuwing van de VHB worden voorgelegd aan een tweede specifieke werkgroep.

In het geval van geneesmiddelen voor dewelke de verantwoordelijkheid voor de evaluatie op nationaal niveau ligt, is het de Commissie voor Geneesmiddelen voor menselijk gebruik die een definitief advies zal geven over het al dan niet uitvoeren van de maatregelen die de beide werkgroepen voorstellen. In de andere gevallen gebeurt de evaluatie op Europees niveau (zie  http://www.ema.europa.eu).

Op basis van de besluiten uit deze evaluaties op nationaal en Europees niveau onderneemt het BCGH de nodige acties.

Maatregelen nemen

Indien vereist kan het BCGH, na de evaluatie van een dossier, de nodige maatregelen nemen door:

  • aan de vergunninghouder te vragen de informatie aan te passen in de rubrieken “bijwerkingen”, “bijzondere voorzorgsmaatregelen”, “contra-indicaties”,… van de Samenvatting van de Productkenmerken en de bijsluiter besteld voor de patiënt van het geneesmiddel;
  • de indicaties van een geneesmiddel te beperken en, in zeldzame gevallen, een schorsing of een terugtrekking van de VHB van het geneesmiddel na beslissing van de Minister van Volksgezondheid;
  • in geval van hoogdringendheid, de gezondheidszorgbeoefenaars in te lichten over een specifiek geneesmiddelenbewakingsprobleem via een persbericht of een omzendbrief.

De vergunninghouder kan ook worden gevraagd om een “Direct Healthcare Professionals Communication” te sturen naar de betrokken gezondheidszorgbeoefenaars om hen in te lichten over een probleem in verband met geneesmiddelenbewaking.

Daarnaast werkt het BCGH actief samen met het Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie (BCFI) dat maandelijks een “Medegedeeld door het Centrum voor Geneesmiddelenbewaking” publiceert voor de gezondheidszorgbeoefenaars. Daarin worden discussies omtrent bijwerkingen gemeld aan het BCGH of nieuwe gegevens uit de gespecialiseerde literatuur beschreven.

Laatste update op 16/12/2020