Op 28 januari 2022 treedt de Europese Verordening voor diergeneesmiddelen in werking en gelden in elke Europese lidstaat dezelfde regels. Dierenartsen moeten vanaf dan onder meer een nieuw model van het diergeneeskundig voorschrift gebruiken. De verplichte vermeldingen worden door de nieuwe Europese verordening uitgebreid en het formaat van het diergeneeskundig voorschrift zal worden aangepast.
Vanaf 28 januari 2022 moet het diergeneeskundig voorschrift minstens de volgende elementen bevatten:
1. de identificatie van het te behandelen dier of de te behandelen groepen dieren;
2. de volledige naam en contactgegevens van de houder of de eigenaar van het dier;
3. de datum van afgifte;
4. de volledige naam en contactgegevens van de dierenarts, voor zover beschikbaar met inbegrip van het beroepsnummer;
5. de handtekening of een soortgelijke elektronische vorm van identificatie van de dierenarts;
6. de benaming van het voorgeschreven geneesmiddel, met inbegrip van de werkzame stoffen ervan;
7. de farmaceutische vorm en sterkte;
8. de voorgeschreven hoeveelheid, of het aantal verpakkingen, met inbegrip van de grootte van de verpakking;
9. het doseringsschema;
10. voor voedselproducerende diersoorten, de wachttijd, zelfs als die nul is;
11. de waarschuwingen die nodig zijn om een juist gebruik en, in voorkomend geval, een verstandig gebruik van antimicrobiële stoffen te waarborgen;
12. indien een diergeneesmiddel wordt voorgeschreven overeenkomstig de “cascade”, een verklaring daarover;
13. indien een antimicrobieel geneesmiddel wordt voorgeschreven voor profylaxe of metafylaxe, een verklaring daarover.
Tot een nieuw model van het voorschrift verschijnt, is het toegelaten om de huidige voorschriften te gebruiken met toevoeging van bovenstaande elementen.
Het FAGG raadt aan om bestellingen van het oude model van het diergeneeskundig voorschrift te beperken tot wat strikt noodzakelijk is.
Meer informatie
Europese Verordening betreffende diergeneesmiddelen (EU) 2019/6 artikel 105.5