Flash VIG-news: Nifuroxazide: belangrijke informatie over het gebruik bij zwangerschap en borstvoeding, mutageniciteit en carcinogeniciteit

Datum: 20/06/2022

Uit voorzorg mag nifuroxazide niet worden toegediend tijdens de zwangerschap en de borstvoeding.  Bij vrouwen die zwanger kunnen worden, mag nifuroxazide alleen worden gebruikt als zij effectieve anticonceptie gebruiken.

In het kader van de beoordeling van periodieke veiligheidsgegevens over geneesmiddelen op basis van nifuroxazide, heeft het Risicobeoordelingscomité voor geneesmiddelenbewaking (Pharmacovigilance Risk Assessment Committee - PRAC) van het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) alle beschikbare gegevens over het gebruik tijdens de zwangerschap en de borstvoeding, de mutageniciteit en de carcinogeniteit onderzocht. Deze gegevens zijn verkregen uit in vitro/in vivo studies, wetenschappelijke literatuur en spontane meldingen van bijwerkingen. 

Het PRAC is van oordeel dat nifuroxazide een mogelijk mutageen potentieel heeft vertoond en daarom niet mag worden gebruikt tijdens de zwangerschap en tijdens het geven van de borstvoeding en niet mag worden aanbevolen voor vrouwen die zwanger kunnen worden, tenzij zij een effectieve anticonceptiemethode gebruiken. Het PRAC heeft besloten dat de samenvatting van de kenmerken van het product en de bijsluiter van nifuroxazide bevattende geneesmiddelen dienovereenkomstig moeten worden gewijzigd.

De Coördinatiegroep voor wederzijdse erkenning en decentrale procedures voor menselijk gebruik (CMDh) van het EMA heeft de aanbevelingen van het PRAC goedgekeurd en legde de volgende wijzigingen op: 

Wijzigingen die opgenomen moeten worden in de relevante rubrieken van de productinformatie (nieuwe tekst vetgedrukt, verwijderde tekst doorgehaald):

Samenvatting van de kenmerken van het product
•    Rubriek 4.6
De aanbeveling met betrekking tot het gebruik tijdens de zwangerschap, tijdens het geven van borstvoeding en het gebruik bij patiënten die zwanger kunnen worden dient als volgt te worden gewijzigd of opgenomen:
Zwangerschap
Er is een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van nifuroxazide bij zwangere vrouwen. Dieronderzoek heeft onvoldoende gegevens opgeleverd wat betreft reproductietoxiciteit. Nifuroxazide vertoont een mogelijk mutageen potentieel (zie rubriek 5.3). Daarom wordt nifuroxazide niet aanbevolen voor gebruik tijdens de zwangerschap en mag het middel niet worden gebruikt door vrouwen in de vruchtbare leeftijd die geen effectieve anticonceptiemethode gebruiken.

Borstvoeding
Het is niet bekend of nifuroxazide of de metabolieten ervan in de moedermelk worden uitgescheiden. Omdat nifuroxazide een slechte biologische beschikbaarheid heeft (absorptie uit het maagdarmkanaal van ongeveer 10-20 % van de dosis), is de hoeveelheid in de melk waarschijnlijk laag. Een effect op het gastro-intestinale microbioom bij zuigelingen kan echter niet worden uitgesloten. Wegens onvoldoende ervaring uit de klinische praktijk wordt behandeling met nifuroxazide tijdens het geven van borstvoeding niet aanbevolen.

Vruchtbaarheid
Er is onvoldoende informatie uit dierproeven beschikbaar over het effect van nifuroxazide op de vruchtbaarheid.

•    Rubriek 5.2
Informatie over verwaarloosbare (minimale) absorptie uit het maagdarmkanaal moet worden verwijderd en vervangen door de volgende informatie:
Het middel wordt na perorale toediening gedeeltelijk (10-20 %) uit het maagdarmkanaal geabsorbeerd en wordt in belangrijke mate gemetaboliseerd, waarbij de belangrijkste groepen in het bloed metabolieten zijn.

•    Rubriek 5.3
Informatie die erop wijst dat uit gegevens afkomstig van genotoxiciteits- en reproductieonderzoeken geen bijzonder risico voor mensen naar voren is gekomen, dient te worden verwijderd. En de volgende informatie dient te worden opgenomen in rubriek 5.3:

Nifuroxazide vertoont een mogelijk mutageen potentieel.

Het carcinogene potentieel van nifuroxazide werd beoordeeld bij muizen (50/geslacht/groep) en ratten (52/geslacht/groep) die gedurende twee jaar nifuroxazide in hun dieet kregen toegediend in doses van 0, 200, 600 of 1 800 mg/kg/dag. Ondanks mutagene eigenschappen is de carcinogeniciteit van nifuroxazide niet bewezen bij muizen en ratten.

Gebaseerd op vergelijkingen van het lichaamsoppervlak is het relatieve aantal blootstellingen aan de maximale dosis van 1 800 mg bij de mens (493 mg/m2 uitgaande van een lichaamsgewicht van 60 kg) bij de twee jaar durende onderzoeken bij muizen en ratten (respectievelijk 5 400 mg/m2 en 10 800 mg/m2) respectievelijk een factor 11 en 22 hoger.

Bijsluiter
•    2. Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
-    Uit voorzorg mag nifuroxazide niet worden toegediend tijdens de zwangerschap en tijdens het geven van borstvoeding. Gebruik tijdens het geven van borstvoeding is mogelijk in geval van kortdurende behandeling.

Zwangerschap en borstvoeding
Uit voorzorg mag nifuroxazide niet worden toegediend tijdens de zwangerschap en tijdens het geven van borstvoeding. Gebruik tijdens het geven van borstvoeding is mogelijk in geval van kortdurende behandeling. Bij vrouwen die zwanger kunnen worden, mag nifuroxazide alleen worden gebruikt als zij een effectieve anticonceptiemethode gebruiken.

In België zijn specialiteiten op basis van nifuroxazide niet langer vergund. Het is echter nog steeds mogelijk bereidingen te verstrekken die dit actief bestanddeel bevatten, dat vroeger als een anti-infectieus middel werd gebruikt, maar momenteel niet meer opgenomen is in de "Belgische gids voor anti-infectieuze behandeling in de ambulante praktijk" (editie 2021), gepubliceerd door de Belgische Commissie voor de Coördinatie van het Antibioticabeleid (BAPCOC). 
Het FAGG vraagt aan artsen en apothekers om hiermee rekening te houden bij het voorschrijven of afleveren van nifuroxazide-bereidingen. In dit verband herinnert het FAGG eraan dat overeenkomstig het koninklijk besluit van 21 januari 2009 betreffende de instructies aan de apothekers, de apothekers verplicht zijn de beginselen en richtlijnen van een goede officinale farmaceutische praktijk na te leven. In afdeling F6 "Magistrale en officinale voorbereiding" staat onder meer dat : “Een bereiding wordt slechts uitgevoerd indien in de apotheek de geschikte uitrusting aanwezig is om die te maken en de kwaliteit ervan te waarborgen. 
De apotheker is verantwoordelijk voor de beslissing over het al dan niet maken van een bereiding. Hij gaat na of de bereiding uitvoerbaar is en kan, nadat hij zich voldoende geïnformeerd heeft, weigeren een bereiding te maken wanneer hij van mening is dat ze niet beantwoordt aan de wetenschappelijke, medische en technische kennis en/of gevaarlijk is. 
In geval van een magistrale bereiding beraadslaagt hij hierover met de voorschrijver en stelt hij, indien mogelijk, een alternatief voor. 
Wanneer het gaat om een bereiding die gebruikt wordt in ongebruikelijke omstandigheden of voor indicaties die niet bestudeerd zijn door klinische studies en/of die niet gevalideerd werden in het kader van een vergunning voor het in de handel brengen van geneesmiddelen, is de apotheker bijzonder voorzichtig.”

Laatste update op 21/06/2022