Het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA of European Medicines Agency) publiceerde op 16 oktober 2017 het ESVAC-rapport (European Surveillance of Veterinary Antimicrobial Consumption) over de verkoop van antibacteriële middelen voor diergeneeskundig gebruik in 2015. Het rapport geeft een overzicht van gestandaardiseerde verbruiksdata, gebaseerd op het aantal verkochte verpakkingen.
Op 16 oktober 2017 verscheen het zevende ESVAC-rapport, een weergave van de verkoopcijfers van antibacteriële middelen voor diergeneeskundig gebruik in 2015. De resultaten van dertig EU/EEA-lidstaten werden in kaart gebracht.
Uit de cijfers merkt men op dat de verkoop van antibacteriële middelen voor diergeneeskundig gebruik globaal daalden met 13 % in de EU tussen 2011 en 2015, echter met een eerder inconsistent beeld voor de verschillende lidstaten.
Voor 2015 blijft in België de antibioticaconsumptie bij dieren, genormaliseerd voor de aanwezige of geproduceerde biomassa in de veeteelt, hoog (150,1 mg/kg PCU), ook in vergelijking met naburige lidstaten met een vergelijkbare veehouderijstructuur zoals Frankrijk (70,2 mg/kg PCU), Nederland (64,4 mg/kg PCU) of Duitsland (97,9 mg/kg PCU).
Voor lidstaten waarvan minstens voor drie opeenvolgende jaren data beschikbaar zijn, wordt de verkoopstendens van antibacteriële middelen voor diergeneeskundig gebruik gedurende de periode tussen 2010 tot 2015 nagegaan. In België werd ten opzichte van 2010 een reductie gerealiseerd van 17 % (mg/kg PCU). De biomassa gedurende die jaren bleef relatief constant.
Gedurende diezelfde periode werd voor kritische middelen – antibacteriële middelen die belangrijk zijn voor de volksgezondheid – voor de macroliden groep een stijging genoteerd van ongeveer 18 %, meer bepaald 8,3 mg/kg PCU in 2010 tot 9,8 mg/kg PCU in 2015.
De verkoop van derde en vierde generatie cefalosporines vertoont een licht dalende tendens (0,43 mg/kg PCU in 2015). Voor de fluoroquinolones noteerden we sinds 2010 een aanhoudende stijging maar die sinds 2014 werd afgebogen: van 1,1 mg/kg PCU in 2014 naar 1,04 mg/PCU in 2015.
Het gebruik van polymixines (voornamelijk colistine) daalde gevoelig sinds 2010 (2,8 mg/kg PCU in 2015) en is ongetwijfeld gelinkt aan het gebruik van ZnO dat in 2013 als alternatief beschikbaar kwam voor de behandeling van diarree bij biggen. In vergelijking met 2012 (het jaar voor dat ZnO beschikbaar was) daalde het gebruik van colistine in 2015 met 52 %.
Op de EMA-website is een interactieve databank beschikbaar waarbij het brede publiek specifieke tendensen kan nagaan of cijfers van geselecteerde lidstaten kan vergelijken. De database werd geüpdatet met de datasets van 2015 alsook met indicatoren van verkoop van antibioticaklassen per jaar en per land.
Meer informatie