Ter gelegenheid van postmortem onderzoek heeft men de besmetting met het agens (abnormaal prion eiwit) van de variante vorm van de ziekte van Creutzfeldt-Jacob (vCJD) ontdekt in de milt van een hemofiliepatiënt die overleed aan een andere reden dan vCJD.
Het onderzoek werd uitgevoerd in het kader van een studie, die in het Verenigd Koninkrijk georganiseerd is. Deze patiënt werd in de negentiger jaren behandeld met verschillende loten factor VIII stollingsfactorconcentraten, bereid uit pools plasma afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk. Eén van deze loten factor VIII concentraat was bereid uit een plasmapool die plasma bevatte van een donor die later vCJD ontwikkelde. Deze plasmadonor vertoonde zes maanden na de plasmagift symptomen van vCJD. De patiënt was 70 jaar toen hij overleed tengevolge van een aandoening die geen verband houdt met de vCJD. Tijdens zijn leven heeft hij nooit enig teken of symptoom van vCJD of een andere neurologische aandoening ontwikkeld.
De donor van het plasma ontwikkelde de symptomen van vCJD 6 maanden na de plasmadonatie.
Op dit moment bestaat er nog geen zekerheid over de manier waarop het abnormaal prion eiwit overgedragen werd naar deze patiënt.
Het is de eerste keer dat het abnormaal prion vCJD eiwit vastgesteld werd bij een hemofiliepatiënt of bij een patiënt die met stabiele plasmaderivaten behandeld werd.
Op basis van de gegevens waarover we beschikken werden er geen stollingsfactoren bereid uit de betrokken plasmapool ingevoerd in België.
Het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten volgt deze problematiek met aandacht op.